Direct naar de inhoud
Climate Action

Internationale financiering voor het klimaat

Hoe de EU klimaatmaatregelen in ontwikkelingseconomieën over de hele wereld ondersteunt.

De klimaatcrisis is een mondiaal verschijnsel. We moeten de uitstoot in de hele wereld terugdringen — alleen in de EU is niet genoeg. De EU is er dan ook trots op samen te werken met ontwikkelingseconomieën om hen de steun te bieden die zij nodig hebben om de gevolgen van klimaatverandering te beperken en zich daaraan aan te passen.

De EU, haar lidstaten en de Europese Investeringsbank leveren samen de grootste bijdrage aan publieke klimaatfinanciering voor ontwikkelingseconomieën, en verstrekten in 2021 23,04 miljard EUR.

Zij zijn ook ’s werelds grootste verstrekker van officiële ontwikkelingshulp (in totaal 67 miljard EUR in 2020), waarbij de strijd tegen klimaatverandering steeds meer in de ontwikkelingshulp wordt geïntegreerd.

Financieringsstromen in overeenstemming brengen met de klimaatdoelstellingen

In het kader van de Overeenkomst van Parijs hebben meerdere landen over de hele wereld toegezegd om financieringsstromen in overeenstemming te brengen met een emissiearm, klimaatbestendig traject, om onze klimaatdoelen voor de lange termijn te helpen bereiken.

In deze context heeft de EU een ambitieus actieplan voor de financiering van duurzame groei gelanceerd, evenals een strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie. De EU helpt ontwikkelingseconomieën ook om hun voorwaarden voor het mobiliseren van koolstofarme financiering te verbeteren.

In oktober 2019 lanceerde de EU samen met Argentinië, Canada, Chili, China, India, Kenia en Marokko (andere landen hebben zich inmiddels aangesloten) het internationaal platform inzake duurzame financiering. Het platform heeft als doel om meer particulier kapitaal voor ecologisch duurzame beleggingen te mobiliseren.

Bijdrage van de Europese Commissie

In 2021 heeft de Europese Commissie 2,5 miljard EUR toegezegd aan ontwikkelingseconomieën, waarvan een aanzienlijk deel (bijna 40 %) naar de financiering van activiteiten voor aanpassing aan de klimaatverandering gaat.

Terwijl 20 % van de hele EU-begroting voor de periode 2014-2020 naar klimaatgerelateerde projecten ging, is dit nu 30 % voor de periode 2021-2027 en 35 % voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI).

Daarnaast heeft de Europese Investeringsbank in 2021 gezorgd voor 2,56 miljard EUR aan klimaatfinanciering voor ontwikkelingseconomieën. Ze financiert bijvoorbeeld projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in Afrika en andere regio's, en combineert vaak fondsen met die van de Commissie en nationale agentschappen in EU-landen.

Een vlaggenschipinitiatief van de EU – wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering+

Het belangrijkste kanaal voor EU-steun voor beleidsdialoog en specifieke, gerichte klimaatmaatregelen in ontwikkelingseconomieën was het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering+ (GCCA+). Dit initiatief liep van 2014 tot 2020 en de projecten worden momenteel afgerond.

De subsidies voor dit initiatief stegen van 317,5 miljoen EUR in de eerste fase (2007-2014) naar 420 miljoen EUR in de tweede fase (2014-2020).

Het GCCA+ was sterk gericht op de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling (SIDS), omdat deze het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.

De algemene doelstelling was de beleidsdialoog en de samenwerking op het gebied van klimaatverandering tussen de EU en de ontwikkelingseconomieën te bevorderen.

Prioritaire gebieden:

  • klimaatverandering in meerdere aspecten van nationale ontwikkelingsstrategieën opnemen;
  • de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering vergroten;
  • landen helpen bij het formuleren en uitvoeren van aanpassings- en mitigatiestrategieën;
  • landen helpen bij het voorbereiden en financieren van financierbare (dat wil zeggen kosteneffectieve) klimaatrelevante ontwikkelingsprojecten.

Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling Plus (EFDO+)

Het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling Plus (EFDO+) maakt deel uit van het investeringskader van de EU voor landen buiten de EU. Het garandeert wereldwijde dekking voor een reeks financiële transacties. Het is opgenomen in de EU-langetermijnbegroting voor extern optreden: Europa in de wereld – NDICI.

Het is een veelomvattend instrument dat bestaat uit verschillende middelen om de ontwikkeling van partnerlanden te ondersteunen, zoals:

  • garanties;
  • subsidies die worden verstrekt via “blending” (een mix van EU-subsidies en leningen van commerciële banken);
  • technische bijstand om partnerlanden te helpen de kwaliteit van hun projecten te verbeteren en hervormingen door te voeren.

Het EFSD+ zal particuliere financiële middelen aantrekken voor duurzame en inclusieve ontwikkeling. Hiermee zullen investeringen in partnerlanden worden gestimuleerd ter bevordering van waardig werk, publieke en private infrastructuur, hernieuwbare energie, duurzame landbouw en de digitale economie.

Het investeringskader omvat ook de garantie voor extern optreden, die de EU-financiering voor duurzame ontwikkeling verhoogt tot 53 miljard EUR.

De garantie voor extern optreden heeft een capaciteit van 39,8 miljard EUR om EFSD+-acties te garanderen. Samen met de particuliere sector en dankzij het hefboomeffect kan dit in 2021-2027 200 miljard EUR aan investeringen mobiliseren.

De doelstelling van 100 miljard USD

De EU blijft zich inzetten om een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de ontwikkelingseconomieën om tot 2025 gezamenlijk uit verschillende bronnen 100 miljard USD per jaar vrij te maken om de ontwikkelingseconomieën te ondersteunen.

De financiering komt uit diverse bronnen — publieke en particuliere, bilaterale en multilaterale en alternatieve financieringsbronnen — in het kader van zinvolle mitigatiemaatregelen en transparante uitvoering door ontwikkelingseconomieën.

De EU roept bestaande en potentiële financiers op om ook klimaatmaatregelen in ontwikkelingseconomieën te financieren, in overeenstemming met hun respectieve capaciteiten en verantwoordelijkheden.

In september 2022 publiceerde de OESO een rapport over de financiering door ontwikkelingseconomieën van klimaatmaatregelen in ontwikkelingseconomieën. Het laat zien dat de ontwikkelingseconomieën vooruitgang boeken op het gebied van klimaatfinanciering en er zijn aanwijzingen dat de opwaartse trend zich zal voortzetten. De klimaatfinanciering voor ontwikkelingseconomieën bedroeg 83,3 miljard USD in 2020, tegenover 58,6 miljard USD in 2016.

Beschikbaar stellen van middelen voor het Groene Klimaatfonds

Het Groene Klimaatfonds werd in 2010 opgericht om ontwikkelingseconomieën te helpen hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen en zich aan te passen aan de klimaatverandering.

Sinds 2014 heeft het initiële toezeggingen ter waarde van 10,3 miljard USD verzameld. EU-landen hebben bijna de helft hiervan toegezegd: 4,7 miljard USD.

Bij de eerste aanvulling van het Groene Klimaatfonds in oktober 2019 hebben 27 landen (waarvan de meeste EU-landen zijn) toegezegd het fonds de komende 4 jaar met nog eens het equivalent van 9,78 miljard USD aan te vullen. Op 31 mei 2022 hebben de EU-landen 5,5 miljard USD van de toegezegde middelen uitbetaald.

Sommige EU-landen en -regio’s dragen ook ongeveer 95 % bij van de jaarlijkse vrijwillige toezeggingen om te zorgen voor de werking van het Aanpassingsfonds, dat ontwikkelingslanden helpt zich aan de klimaatverandering aan te passen. De Europese Commissie heeft tijdens de COP26 in 2021 steun toegezegd voor het aanpassingsfonds ter waarde van 100 miljoen EUR.

Stimuleren van klimaatvriendelijke investeringen

Landen moeten extra publieke en particuliere financiering aantrekken om naar een klimaatvriendelijke economie te gaan en om duurzame economische groei te stimuleren.

Internationale klimaatfinanciering moet worden gebruikt als hefboom om klimaatbestendige en koolstofarme investeringen te stimuleren, als aanvulling op binnenlandse middelen in ontwikkelingseconomieën.

De aanpak van de EU is tweeledig:

  • rechtstreeks subsidies verstrekken aan de armste en kwetsbaarste landen;
  • subsidies gebruiken als hefboom voor particuliere investeringen door subsidies te combineren met leningen en aandelen uit publieke en particuliere bronnen, waaronder bilaterale en multilaterale ontwikkelingsbanken.

De EU en haar lidstaten hebben bijvoorbeeld voor verschillende regio’s een aantal blendingfaciliteiten opgezet die subsidies combineren met leningen.

Documenten

Klik op de plustekens voor meer informatie.